Reisverslag Ommelanden van Weiko Piebers
Westeremden–Na het Nieuw Voorwerk volgt al snel het radiair wierdedorp en beschermd dorpsgezicht Westeremden. De aanduiding ‘west’ is hier een toevoeging ter onderscheiding van het oostelijk gelegen Emden We komen het dorp binnen vanaf de in de twaalfde eeuw aangelegde Fiveldijk en treffen halverwege de Molenweg het eindpunt aan van de Westeremdermaar dat dienstdoet als haventje. Deze werd eeuwen later aangelegd om het afwateren van overtollige hemelwater richting het zuiden te regelen.
Staafje van taxushout, met runen, uit ongeveer de achtste eeuw. Gevonden herfst 1918. Geschonken door A. van Deursen.De naam Fivel betekent waarschijnlijk iets als ‘reusachtige’ of ‘verschrikkelijke’. In Oud Engelse teksten die bewaard zijn gebleven als Beowulf en Widsith komt deze term als zodanig voor. Maar – zoals inmiddels bekend – raakt de Fivel vanaf de tiende eeuw verzandt en slibt de natuurlijk haven van Westeremden dicht. De oude benamingen van Westeremden wijzen dan ook in die richting met namen als Amuthon en Westerementha, waarin we monding (mutha) en waterloop (ahwo) herkennen. Er wordt daarom wel gesteld dat Germanicus in het jaar 16 nOJ hier met zijn vloot van 1000 schepen zou zijn geland. Ook zou hier nog een van de stenen liggen de behoord bij het heidens altaar van voor de invoering van het christendom. Men gaat er dan ook vanuit dat hier een heidense tempel heeft gestaan. De wierde bereikte een hoogte van 5½ meter voordat de dijken de beschermingsfunctie overnamen. Het is aan de zuid en westzijde in het begin van de vorige eeuw grotendeels afgegraven. Tijdens de afgravingen is in 1918 een runenhoutje van taxishout gevonden. Het werd door A. van Deursen in 1921 geschonken aan het Museum van Oudheden. Een mogelijke transcriptie – gedaan door prof. J.M.N. Kapteyn (Sassenheim, 8-10-1870 – Hoogeveen, 30-4-1949) – luidt te Ophem houde stand Amluth [= Hamlet], met ijven [= runenstaafjes] een gunst verkrijg je één, met deze ijf een gunst doe ons altijd.
De runen van toen als ‘brandingsrune’-formule werden als volgt geschreven:
ophamu gista da amluth – iwim ost ah thukn – iwi os ust dukale
Over wat er nu eigenlijk in rune staat, valt te twisten. Elmar Seebold (1990) en Tineke Looijenga (1997) maken er het volgende van:
ophæmu givëda æmluþ:iwi ok upduna (a)le wimôv æh þusë.
op hæmu jibada æmluþ : iwi ok up duna (a)le wimœd æh þusa.
Beiden betekenen iets als: ‘at the homestead stays good fortune; may it also grow near the yew on the terp; Wimœd owns this’ of “op de boerderij blijft voorspoed; laat het groeien bij de ijf op de terp; Wimoed heeft dit” (in eigendom). Een ‘yew’ en ‘ijf’ is een taxus, hetzelfde materiaal waarop de runen geschreven staan 1.
Tussen 1905 en 1912 zien we dat er bij E.J. Arkema extra beste wierdegrond uit ‘Wester-Emden’ te verkrijgen is. Eind 1913 wordt het recht van afgraven voor de periode 1914-1918 door de wed. E.J. Arkema-Bakker publiek verkocht. Het jaar erop wordt voor een jaar 2 percelen – ongeveer 2½ ha wierdegrond – verhuurd, dat bij de boerderij van de gebroeders Arkema hoort. Om het steeds verder van het haventje verwijderde wierdegrond naar de haven te kunnen vervoeren, kregen M.C. Sijtsma (Huizum) en Sj.C. Sijtsma (Siegerwoude) de gemeentelijke vergunning om een rails in de weg te leggen. Westeremden bestaat – zo leren we – uit twee wierden. Vanaf 1917 wordt de wierde die De Klaverbloemterp wordt genoemd ook aan snee gebracht door de wierdebaas J. Bijlstra. De Hooge Wier heeft eerste kwaliteit wierdegrond dat bevat per scheepston 1,465 Stikstof, 1.27 Phosporzuur, 0,48 Kali, 0,16 Kalk.
Afgraving van de wierde in Westeremden
Afgraving van de wierde hoek Molenweg/Wierdeweg in Westeremden tussen 1930-1935 door (vlnr) Bonno Balkema, Co Huttinga, Hendrik Balkema en Jacob de Ruyter. Ze poseren bij kiepkar en met paard en hond. We zien dat ze het grondwaterpeil hebben bereikt.
Deze foto is voor de tentoonstelling – die van 21-25 oktober 1975 in het Dorpshuis van Westeremden te was – special uit Canada “overgevlogen”.
bron: BeeldbankGroningen NL-GnGRA_818_17273
Na deze twee afgravingen begon in 1930 aan het afgraven van het derde gedeelte. Hierdoor ontstond na vijf jaar het Wierdegat. De arbeiders werkten van 7 uur ’s ochtend tot 6 zes met een uur middagpauze. Ze groeven de wierde af met lange schoppen, waarmee uiteindelijk 26 traptreden ontstonden. Alle archeologische vondsten die ze deden gingen naar A.E. van Giffen, van het Biologisch-Archeologisch Instituut in Groningen, zo vertelt Co Huttinga (±1900-) die hier zelf met Bonno Balkema, Hendrik Balkema en Jacob de Ruyter gegraven heeft. Bonno, hier geboren op 17 augustus 1907 werkte met zijn vader Hindrik die hier ook geboren was, op 18 april 1875. Samen met zijn vrouw Maria Klein kreeg hij veertien kinderen, waarvan er een binnen aantal dagen was overleden en een ander toen ze vier was. Alle andere twaalf hebben ze netjes op het huwelijksbootje gezet. Bonno zou als laatste van de kinderen op zijn 26e op 19 mei 1934 huwen met de 23-jarige Engeltje Bolhuis uit Zeerijp. Hindrik overlijdt op 85-jarige leeftijd in Hoogezand-Sappemeer op 27-2-1961.
Bonno zou een jaar daarvoor op 26 januari 1960 door een noodlottig ongeval in zijn woonplaats Tollebeek (Noordoostpolder) te komen overlijden. Toen hij dinsdagmiddag 26 januari 1960 om 13.15 op zijn brommer het kruispunt Urkerweg-Zuidwesterringweg op reed, had hij de van rechts komende automobilist niet opgemerkt. Door de klap die daarop volgde, was hij vrijwel onmiddellijk overleden.
Ze verdienden met z’n vieren (3 man en 1 bokjongen) 17½ cent per ton en konden van 6 tot 6 zo’n 85 ton afgraven. De wierde-grond werd afgevoerd door een gilde van wierde-grond-schippers. Een schip was bijvoorbeeld in staat om 60 ton te vervoeren. Zij kochten de wierdegrond voor 35 – 40 cent per ton en leverden het ergens bij de landbouwers af voor ƒ 0,80 – 1.20 per ton. Dit kwam veelal op de Drentsche zandgronden terecht 2.
Een eindje verder staan we op de Pastorieweg alweer stil. Ditmaal is het kerkenpad dat de naam Abt Emopad draagt hieraan debet. We weten inmiddels dat Emo van Huizinge of van Bloemhof (vermoedelijk omgeving Fivelingo ± 1170/1175 – Wittewierum, 13-12-1237) schoolmeester was in Huizinge. Waarschijnlijk was Emo aan het einde van de twaalfde eeuw ook nog even schoolmeester in zijn geboortedorp Westeremden, zo stelt dominee M. ten Broek in 1933 toen men het 50-jarig bestaan van het gebouw van de Openbare Lagere School ging vieren 3.
Schuin tegenover het pad ligt het Theeschenkerij ’t Olde Regthoes (34515). In dit voormalig rechthuis / gemeentehuis / herberg / veeteeltbedrijf zit nu een theeschenkerij. Het is vermoedelijk in 1607 gebouwd en staat in verbinding met de kerk middels het huidige Abt Emopad. Het deed tot 1749 dienst als rechthuis. In de jaren tachtig is het in oude glorie hersteld. Tegenwoordig is het de woning van Jan Olthof van Monumentenwacht, waarachter zich een theeschenkerij bevindt 4. We rijden bij de eerstvolgende afslag linksaf, de Melkvaaller in. Hier parkeren we de wagen op een klein parkeerstrookje. Dit is echter niet de gebruikelijke kerkbezoekers parkeerplaats bemerken we later. Die zit namelijk aan het begin van de Wierdeweg – aan de torenzijde van de kerk.
Kerk Westeremden 1735
tekening toren en kerk Westeremden op kaart uit ± 1735
bron: RUG Digital Collections: [Kaart van het in de Dollard verdronken land] / [door] Hendricus Teysinga (ca. 1706-1756). – [S.l.], [ca. 1735]. – 46 x 59,5 cm;
Wij komen via de Melkvaaller op het Abt Emopad uit – dat tussen de kerk en het weem doorloopt. We lopen eerst om het terrein heen, zodat we even een beeld krijgen van de situatie. Het kerkgebouw, waarvan een eerdere bouw vlam heeft gevat op 2 oktober 1238, heeft vele aanpassingen gekend. Reden van de brand was vermoedelijk brandstichting. De bewoners van de wierde waren het waarschijnlijk niet eens met de gift van de kerk en landerijen aan het klooster te Wittewierum. Een Voorwerk was in 1218 ook al in vlammen op gegaan, om dezelfde reden. In 1260 was de kerk weer herbouwd als kruiskerk. De armen zijn vermoedelijk in de vijftiende eeuw afgebroken. Aan de buitenkant van de zuidzijde vinden we hiervan nog een spitsbogige scheiboog.
In plaats van een kleine dakruiter stond er aan de westzijde van het schip tot 1808 een 33 meter hoge zadeldaktoren. Deze was echter zo in verval geraakt, dat men vanaf 1783 er diverse vergaderingen aan spendeerde, over wat men met de situatie aan moest. In 1732 had het namelijk al een grote onderhoudsbeurt gehad. Op 8 maart 1808 werd de afbraak aanbesteed. Op het torentje is een windvaan in de vorm van een paard te zien. Legendes vertellen duivelse verhalen over de betekenis van het paard. Meer aannemelijk is de reden dat het veelal oude kerken zijn die een paard als windvaan voeren, waarbij aan Noorse oorsprong moeten denken, zoals de haan een Keltisch/Franse achtergrond heeft. We zitten dan al gauw in de heidense periode waar Wodan nog met zijn paard Sleipnir door de lucht reed – net als Sinterklaas 5.
Op het parkeerterrein komen we een beeld van Jan van Baren (Halsteren, 7-12-1942 – Westeremden, 23-12-1995) tegen, getiteld Koe met kind. Dit werd hier op 8 november 1997 geplaatst. Wie was Jan van Baren? Hij huwt 27 maart 1969 om 16.50 uur met Emmy de Haan in Groningen. In het voorjaar van 1976 tovert hij een groen parkje bij het Vinkhuys in Vinkhuizen om tot een avontuurlijk speelterrein waar kinderen lekker hun gang kunnen gaan. Nog voordat het allemaal af is, bezoeken al meer mensen deze plek dan voorheen.
In zomer 1978 exposeert Van Baren met veertien anderen in de Klinker in Winschoten. Het lijkt bijna een reactie op de Groninger Zomermanifestatie, waar nu geen regionale kunstenaars te zien zijn. Van Baren staat hier met zijn ‘stijf gestyleerde dierfiguren’. In 1980 werd Groningen Monumentaal in de Klinker uitgebreid met het landschap van het Rosarium, de uitgebreide rozentuin van het Winschoter Stadspark. Van Baren plaatst in deze omgeving zijn traditioneel maar gestileerde werk de Lepelaar. Zomer 1984 staat hij met het beeld Storm in het park. Het is – aldus de reporter – een ‘ontroerend en humoristisch’ beeld. Het haast archaïsch beeld van een lichaam met de armen strak langs het lijf gedrukt met een geheimzinnige glimlach op haar sereen gezicht, doet de titel eer aan vanwege haar haar, dat horizontaal als een punt naar achteren wijst.
En in Garsthuizen litverw.g staat – zoals we als zagen het beeld Vrouw met boek.
Jan had aan de Pastorieweg 1 in Westeremden zijn atelier 6.
Het Abt Emopad loopt nog door tot het uitkomt bij de Dorpsweg. Tussen het beeld Koe met kind en de Dorpsweg staat een pand uit 1661, aldus de muurankers.
Inmiddels is het de hoogste tijd om de kerk van binnen te bekijken.
YouTube: Onthulling oorlogsmonument Westeremden
Onthulling oorlogsmonument Westeremden – bron: Koos Meijer / Westeremden.com, 19-4-2016
We treffen onderweg echter nog een WOII-oorlogsmonument aan, waarbij we even stil staan. Hier worden drie burgerslachtoffers van jonge leeftijd herdacht. Het gaat om Bennie Bolwijn van tien maanden, Helena Bolwijn, 26 jaar en Martha Doorn van 18 jaar. De vier platte tranen zijn een ontwerp van Jellie Bolwijn en Schelte Bolwijn en zijn ruim een jaar geleden op 16 april 2016 onthuld, waarbij Geir Eide (voorzitter Orando) en wethouder Rudie Slager een toespraak hielden. Ria v/d Ploeg vertelde hoe allen tijdens de bevrijding toch nog komen te overlijden in april 1945. Als familie onthullen G. Doorn en G. Bolwijn het beeld. En zo kreeg ook Westeremden een eigen oorlogsmonument 7.
brochure Andreaskerk Westeremden
We lopen onder de zegeningssteen door, de kerk binnen en kijken verrast het schip in, richting het koor. Het koor is door een zeventiende-eeuws koorhek gescheiden van het schip. Om het koorhek te openen is gebruik gemaakt van ijzerbeslag (tekening K.T. Meindersma 1994, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: 2929). In het koor zijn nog een aantal vijftiende-eeuwse muurschilderingen te zien. Veel is in de loop der tijd verdwenen, door vernielingen tijdens bijvoorbeeld de beeldenstorm of doordat het tijdens restauratie verdween. De oudste versieringen zijn echter nog twee eeuwen ouder. Het gaat om de geschilderde bakstenen en sluitring in het koorgewelf 8. De tekening (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: 6484) van W.A. Hemsing uit 1934, dat in het klein op het omslag van de brochure te vinden is, staan de dertiende-, zestiende- en negentiende-eeuwse bouwperioden zichtbaar gemaakt. Zodoende zijn muurschilderingen ook beter in de tijd te plaatsen.
Wanneer we weer naar buiten gaan, kunnen we zo rechtdoor wandelen naar het weem. Bijzonder is dat deze oud uitziende ween een herbouw is van de weem dat hier tot 1912 had gestaan. Er kwam toen een nieuwe en eigentijdse pastorie te staan. Echter de kunstschilder Henk Helmantel en zijn vrouw Barbera hadden andere plannen toen ze dit pand kochten. Ze begonnen het begin 1974 te slopen, waarna vier maanden later werd begonnen met de herbouw van de oude weem. Aan het einde van het voorjaar van 1975 stond er iets waar ze in konden gaan wonen. Het gebouw was echter bij lange na nog niet af. Stukje bij beetje, wanneer er weer een schilderij was verkocht, kon er weer een stukje bijgebouwd worden. Al met al zou het nog jaren duren voordat het gereed was.
Nu kunnen we alweer lange tijd het privémuseum van Helmantel bezoeken 9.
Wij besluiten echter om op zoek te gaan naar een lunch in Loppersum. Bij het verlaten van het dorp komen zien we nog een hoogteverschil van de wierde en het afgegraven gedeelte.
De terugweg voert ons ook nog even door de Kosterijweg, waar we twee religieuze gebouwen tegenkomen, die zo goed als tegenover elkaar staan, Jachin en BOAZ-kerk. De laatste is de vervanging van de te klein geworden kerk uit 1898, Jachin. De vervanger is een ontwerp van Albert Wiersema uit 1934. We zien hier dus een variant van de Amsterdamse School-stijl, sober maar tot met het hekwerk in de Groningse variant uitgevoerd. Binnen is het interieur ook herkenbaar in stijl uitgevoerd. Door het advies van Henk Helmantel werd voorkomen dat het schilderwerk in lichtere tinten zou worden uitgevoerd, zodat ook nu de oorspronkelijk kleuren zijn te zien. Een van weinige niet in stijl passende objecten zal het orgel zijn. Dit orgel uit 1918 van de firma A. Standaart werd een op een overgeplaatst van de oude Jachin-kerk naar de nieuwe BOAZ-kerk 10.